Het gras is altijd groener aan de overkant. In het buitenland is het altijd beter dan in ons eigen Belgenlandje. Denken we. Een complete misvatting natuurlijk. Ons land heeft ook bijzonder veel mooie plekjes. Onze hoofdstad heeft evenveel te bieden als pakweg Londen, Parijs of Barcelona. En ja, ook in België kan het mooi weer zijn! Niets zaliger toch dan op een mooie zomeravond na een drukke werkdag even alle stress achter te laten om rond te struinen in de Brusselse steegjes en er te gaan eten in hét boegbeeld van de Belgische keuken: Chez Léon in de bekende Beenhouwersstraat.
Vorige maand was ik uitgenodigd om samen met mijn man bij Chez Léon in Brussel te gaan eten. Normaal komen dat soort uitnodigingen via mail binnen en steevast klasseer ik die met in mijn achterhoofd “oh, leuk, dat ga ik zeker doen, wanneer ik eens tijd heb”. En meestal (lees: altijd) komt dat erop neer dat er van uitstel afstel komt. Maar niet zo bij Chez Léon. Ik kreeg een telefoontje en ‘moest’ alleen nog een datum doorgeven. Na snel overleg met mijn wederhelft (als hij mag gaan uit eten, vindt hij meestal wel heel snel een gaatje in zijn drukke agenda) prikten we een datum en zo reden we op de mooiste zomeravond van augustus richting hartje Brussel.
Het was bijzonder rustig op de weg en dus kwamen ‘mijn scheetje’ en ik 1 uur vroeger dan voorzien aan bij Chez Léon. We werden duidelijk verwacht en kregen een bijzonder hartelijk onthaal. We vleiden ons neer aan een van de vele uitnodigende tafeltjes op het straatterras en nog voor we een aperitiefje konden bestellen, kregen we al een bord aperitiefhapjes van het huis voor ons neergezet: gefrituurde mosseltjes, inktvisringen,… Mmmh! Het genieten kon beginnen. Ik bestelde een Léon, het speciale huisbiertje, en ging daarna snel met mijn camera in de aanslag een kijkje nemen binnen. Nou ja, snel is relatief… Chez Léon is gi-gan-tisch! Hier kan je een loopwedstrijd organiseren. Bij wijze van spreken. Of verstoppertje. Dat moet leuk zijn! De zaak kan tot 600 (!) man ontvangen. Denk nu evenwel niet dat het restaurant refterachtig aandoet en/of ongezellig is. Helemaal niet. Integendeel. Het ene gezellige zaaltje loopt over in het andere knusse kamertje.
Belgische klassiekers op hun best
Een dikke 10 minuten later en 40 interieurfoto’s rijker schoof ik terug aan bij mijn man die ondertussen grondig de menukaart aan het ontleden was. Chez Léon staat voor de typische Belgische keuken. Geen tierlantijntjes, geen fiekefatjerietjes, maar degelijke Belgische kost. Hun specialiteit? Mosselen. Die wilde ik wel eens proeven. En mijn ventje ook. Hij koos voor de ‘moules meunières’, een bereiding zoals de sole meunière, met veel boter en peterselie. Ik ging voor de gegratineerde ‘moules provençales’ met boter, tomaat, look en kaas. Nou, ik kan kort zijn. Die waren zo lekker dat ik ze thuis al (tot 2 maal toe!) probeerde na te maken. Klikkerdeklik voor mijn recept.
Ondertussen liep het straatterras aardig vol. De Beenhouwersstraat is dan ook het toeristische kloppende hart van Brussel en al zeker ’s avonds wanneer toeristen én Brusselaars een plekje zoeken om hun honger te stillen. In de Rue des Bouchers geen gebrek! De straat wordt vanwege haar culinaire karakter ook wel de maag van Brussel genoemd: de meer dan 100 restaurants verwelkomen bijna 24 uur per dag toeristen en Brusselaars. Aan de ene zijde naast ons een ouder Taiwanees echtpaar en aan de andere kant twee jonge Amerikaanse stelletjes. Het ziet ernaar uit dat Brussel zich langzaam maar zeker herstelt van de aanslagen. #SproutToBeBrussels
Na nog een tweede Léon biertje, wilde ik afrekenen, maar dat was buiten de enthousiaste ober gerekend: “Venir manger chez Léon sans manger de dessert, ce n’est pas possible, Madame !”. OK. OK. We zouden een dessert delen. Ik vroeg hem wat hij ons kon aanbevelen, waarop hij ons de crème brûlée voorstelde. Welnu, perfectie bestaat! Deze crème brûlée was helemaal zoals hij zijn moest: koude crème met een warm en krokant korstje. De kok bewijst dat hij zijn klassiekers kent.
Mijn conclusie? Hoewel ik Chez Léon wel van naam kende (ik schat dat de naamsbekendheid van dit grootste restaurant van België, qua oppervlakte en aantal klanten meer dan 90% is) was ik er nog nooit geweest. Wel, da’s eigenlijk fout. Ik rijd honderden kilometers om in Nederland en/of Frankrijk te gaan eten, terwijl ik een parel als Chez Léon links laat liggen. Vergis je niet: bij Chez Léon eet je klassiek. Ultra klassiek. Mosselen, friet. Stoemp van de dag met spek. Konijn met kriek… Klassieker dan dit kan niet. Maar daar is niks mis mee, toch?
Om de avond af te sluiten, ging ik volledig op in mijn rol van toerist en bracht ook nog een bezoekje aan Manneken Pis. Ik was wel een beetje ontgoocheld dat hij zijn plunje van Toots Tielemans (de bekende jazzmuzikant was een paar dagen ervoor gestorven) inmiddels terug had ingeruild voor zijn adamskostuum. Wist ik veel dat ons nationaal symbool elke ochtend en elke avond aan- en uitgekleed wordt. Weer wat bijgeleerd!
Meer weten over Chez Léon? Bezoek hun website of word fan van hun Facebook pagina.
0 reacties