Voor de bodem:

• Zeef de bloem en zet ze opzij. Meng in de kommetje de zachte boter, de poedersuiker, het zout, het water, het eigeel, het amandelpoeder en het merg uit de geschraapte vanillestok. Meng er de gezeefde bloem onder tot je een glad deeg bekomt. Wikkel in plasticfolie en laat gedurende 1 uur rusten in de koelkast.
• Verwarm de oven voor bij 180° C.
• Maak ondertussen de amandelcrème: bewerk in een mengkom de boter tot ze zacht is. Voeg de suiker, de vanillesuiker, het ei en het amandelpoeder toe. Meng zorgvuldig en voeg de rum toe. Houd apart.
• Maak de flan: meng de room met het ei, de suiker, de vanillesuiker, de bloem en de kirsh. Klop zorgvuldig en zet apart.
• Rol het deeg uit tot 3 mm dik. Bekleed er een taartvorm van 24 cm diameter mee. Bak de bodem in de oven gedurende 15 min. Verdeel er vervolgens de amandelcrème over (die moet 5 mm dik zijn) en strooi een deel van de rode bessen over heel het oppervlak. Zet de taart nog 10 min terug in de oven.
• Giet de flan op de taart (die moet op 2 mm van de rand komen) en bak nog 15 min tot de flan stevig geworden is. Laat afkoelen. Strooi er rode bessen over. Houd er een deeltje apart voor de afwerking.
• Klop de eiwitten tot sneeuw met een elektrische klopper, waarbij je de suiker in snufjes toevoegt tot die volledig opgenomen is en je een stevige meringue bekomt. Vul een spuitzak met spuitmondje met de meringue en spuit kleine balletjes meringue op de taart. Strooi er poedersuiker over en bak gedurende 2 à 3 min onder de gril van de oven.
• Werk af met de resterende rode bessen.