Een licht lentedessert. Een explosie van smaken. Een perfecte combinatie van warm en koud. Een samengaan van verschillende texturen: krokante crumble, knapperige appel, smeltzachte sorbet. Van dit dessert wordt zelfs de meest norse zuurpruim vrolijk!
Nodig voor 4 personen
5 appelen
Boter
2 à 3 el acaciahoning
Een scheutje mangoazijn
750 ml kokosmelk
Verse munt
Mandarijnsorbet
Voor de crumble van amandelen:
100 g bloem
100 g suiker
100 g zachte boter
Een beetje amandelpoeder
Werkwijze
Snij de appel in 8 partjes, zonder te schillen. Verwijder het klokhuis en beide uiteinden (de toppen). Snij nu aan de kant met de schil aan weerszijden nog een stuk weg, zodat je een 6-hoekig appelpartje krijgt (cf. château aardappelen).
Herhaal voor alle 5 de appelen.
Verwijder de steeltjes van de munt en snij de muntblaadjes fijn.
Bak de appelpartjes in hete boter en besprenkel ze met acaciahoning.
Deglaceer met de mangoazijn en kokosmelk.
Laat sudderen tot de appeltjes beetgaar zijn (niet meer krokant, maar ook nog geen moes). Check door met een mes in de appeltjes te prikken.
Voor de crumble:
Meng alle ingrediënten met de vingertoppen en kneed tot een egaal crumbledeeg.
Verdeel de brokjes crumbledeeg gelijkmatig over een bakplaat bedekt met bakpapier.
Bak af in de oven bij 180° tot de crumble een mooi goudbruin kleurtje heeft.
Afwerking
Schik 5 appelpartjes in een diep bord zoals op de foto.
Lepel er wat van het bakvocht bij.
Schep een lepel crumble op de appeltjes.
Schik hierop een mooie quenelle van de sorbet.
Werk af met de fijngesnipperde munt.
Bron: recept van David Selen van het gelijknamige restaurant in Bissegem.