Meng voor de vinaigrette de volgende ingrediënten in een kommetje: 2 el sojasaus, 1 el mirin, 1 el sake, 1 el sushi azijn en een beetje versgeraspte gember en knoflook.
Kneus met de achterkant van een mes de stengels citroengras en snijd ze daarna in kleine stukjes. Voeg dit toe aan de vinaigrette.
Voeg ook 1 el oestersaus, 1 el chilisaus, 1 el sesamolie, het sap van 1/2 limoen en 2 el zonnebloemolie toe. Zet de vinaigrette weg in de koelkast.
Rooster wat sesamzaad goudbruin in een schone, droge pan.
Maak de gamba’s schoon, haal het darmkanaal eruit en pekel ze 4 min in het grove zeezout.
Spoel ze hierna kort af, maak ze goed droog en leg ze ongeveer 2 uur in de koelkast zodat ze mooi glazig worden.
Als de gamba’s mooi glazig zijn geworden, bestrooi ze dan aan beide kanten met wat kerriepoeder en een beetje peper.
Klop een eitje los in een kommetje en kneus de panko zodat deze wat fijner wordt.
Haal de gamba’s eerst door het losgeklopte ei en daarna door de panko. Herhaal deze stap 2 keer.
Verwijder de zaadjes en de zaadlijst van het rode pepertje en snijd de peper in kleine brunoise.
Snijd ook de sjalot in kleine brunoise en spoel deze kort af in koud water.
Breng een klein laagje water aan de kook in een koekenpan en kook hierin kort de rode peper. Giet daarna af.
Verwarm een ruime el agavesiroop in een koekenpan en voeg, wanneer dit warm is, de sjalot en rode peper toe. Laat dit glazig worden.
Voeg een klein scheutje sake, 1 el sushi azijn, 1 el mirin en 1 el natuurazijn hieraan toe. Laat dit zachtjes koken voor ettelijke sec en zet dit koud weg in de koelkast tot gebruik.