Verwarm de oven voor op 160°C.
Zeef de bloem, het aardappelzetmeel en het amandelpoeder tesamen.
Klop de boter romig. Die boter mag slechts 10 min uitstaan en mag zeker niet te zacht zijn.
Voeg de suiker en het zout toe. Mix. Voeg het ei toe en mix opnieuw. Schraap de zijkanten van de kom schoon met een deegschraper.
Voeg de bloem met het amandelpoeder in 3 keer toe. Meng net genoeg om de ingrediënten op te nemen. Stop meteen om het deeg niet te overkneden.
Leg je deeg op een licht met bloem bestoven werkvlak. Duw het deeg met de palm van je hand naar buiten en smeer het uit over je werkoppervlak (dit wordt het "fraiseren" van het deeg genoemd).
Vorm een bal en verpak de deegbal in plasticfolie. Bewaar minstens 2 uur (maar beter nog een hele nacht) in de koelkast.
Rol hierna het deeg uit tot 2 mm dik.
Beboter de taartvormpjes. Snijd 6 ronde plakken deeg uit die iets groter zijn dan de cirkels en bekleed de bodems van de tartelettes.
Bak ze 15 à 20 min in de hete lucht oven.
Indien je deeg overhoudt, bewaar dat dan in de diepvries voor een andere toepassing.