Zet een ruime pan met water op en breng het water aan de kook, dit hebben we straks nodig voor het koken van de kreeft.
Terwijl de aromaten staan in te trekken en de saus en de appelbolletjes op laag vuur staan in te koken kunnen we verder met de kreeft.
Kook de kreeft voor 2 min in de ruime pan en spoel daarna koud onder de kraan.
Verwijder de scharen van de kreeft en doe deze terug in de pan voor 1 à 2 min.
Halveer ondertussen de kreeft in de lengte. Verwijder vervolgens het darmkanaal en het maagzakje (zit onder de ogen).
Leg de halve kreeften op keukenpapier zodat ze kunnen uitlekken.
Haal na ca. 2 min koken de scharen van de kreeft uit de pan en spoel ze af onder koud water. Gebruik een oud stevig mes (niet je mooiste keukenmes) en hak een inkeping in de grote schaar. Breek het kleine schaartje af door het rustig heen en weer te bewegen.. Breek de grote schaar open en haal het schaarvlees er in zijn geheel netjes uit. Leg ook de scharen even op een keukenpapiertje.
Snijd de rode peper, knoflook, gember en sjalot grof.
Verhit een ruime scheut olijfolie in een koekenpan en bak de kreeft (nog niet de scharen) hard aan op de vleeskant. Voeg ook direct de rode peper, knoflook, gember en sjalot toe. Bak voor ca. 2 min tot de kreeft een mooi kleurtje krijgt.
Draai de kreeft na 2 min bakken om en bak nu ook de scharen mee. Breng op smaak met peper en zout.
Lak de kreeft vervolgens af met de mango chutney.
Pak de aromaten er weer bij en schep hiervan een kleine hoeveelheid op de kreeft.
Maak de saus en de appelbolletjes ondertussen af door een klontje ongezouten boter (20 g) toe te voegen aan beide pannen.
Serveer de kreeft (een halve per persoon) met de de appeltjes, een quenelle van de aromaten en de saus. Maak het gerecht eventueel af met wat zeekraal.