1 Kleine blender (ik gebruik de "koffiemolen" van ProfiCook)
Ingrediënten
Voor de sint-jakobsmosselen met vanille:
12sint-jakobsmosselen
3vanillestokken
2,5cmgemberwortel
2,5dlwortelsap of sap van 3 winterwortels
Voor het gekaramelliseerd witlof:
1,5stronkjewitlof
15gijskoude boter
Poedersuiker
Peper en zout
Beetje citroensap
Voor de furikake tuile:
50gbloem
50gboter
50geiwit
20gfurikake
2gzout
10gpoedersuiker
Instructies
Voor de sint-jakobsmosselen met vanille:
Maak de mosselen schoon. Halveer de vanillestokken (zowel in de lengte als in de breedte) en steek de parten door de mosselen. Snijd de gemberwortel in plakjes. Zet het wortelsap op met de gemberwortel. Kook het sap in tot 3/4 en laat het op een laag vuur nog 15 min trekken, zeef het dan.
Maak ondertussen het witlof schoon, gebruik alleen de hele blaadjes die binnenin zitten. Verwarm een koekenpan en bak het witlof 20 sec in een klein beetje boter. Bestrooi het lof met de poedersuiker, zout en peper. Blus het af met citroensap.
Verwarm een koekenpan en bak hier de sint-jakobsmosselen om en om 2 min in. Niet te heet laten worden, anders verbrandt de vanille. Breng de mosselen op smaak met peper en zout. Serveer ze op het witlofblad. Monteer het wortelgembersap met een paar klontjes koude boter. Schep de wortelsaus bij het gerecht.
Voor de furikake tuile:
Smelt de boter.
Doe de furikake in een kleine blender en mix tot fijn poeder.
Passeer de bloem door een zeef en voeg het furikake poeder toe, ook door een zeef.
Voeg het eiwit en de poedersuiker toe.
Je kan nu ook de gesmolten boter toevoegen. Meng goed.
Strijk uit in de mal en bek op 160° C gedurende 7 min.
Haal de tuile uit de mal terwijl ze nog warm is, bestrooi meteen met nog wat furikake poeder en laat afkoelen op een rooster.