Smelt de roomboter in een pan met dikke bodem.
Fruit de sjalot glazig. Voeg de bloem toe en bak 5 min op laag vuur. Pas op dat de bloem niet aanbakt.
Voeg beetje bij beetje het mosselvocht toe. Roer goed, zodat er geen klontjes ontstaan.
Schenk ook de melk erbij.
Deze ragout is de basis voor de kroket. Als het te dik is, voeg je wat water of nog een scheutje melk toe.
Meng de voorgekookte mosselen, platte peterselie en dragon erdoor.
Breng op smaak met zwarte peper en eventueel wat zout.
Roer de gelatine door de warme ragout. Net zolang tot het helemaal is opgenomen.
Schep de ragout nu in een platte bak en laat afkoelen. Dek af en zet minimaal 3 uur in de koelkast om op te stijven.
Maak ondertussen de piccalilly mayonaise. Meng hiervoor de piccalilly en mayonaise. Zet in de koelkast tot je de mosselkroketten serveert.
Vorm van de stevige ragout, met bebloemde handen, kroketjes.
Haal deze eerst door de bloem, vervolgens door de losgeklopte eieren en als laatste door de panko.
Zorg dat de hele mosselkroket bedekt is met een laagje van alle drie. Leg apart op een schaal.
Verhit de frituurpan, of olie in een pan, tot 180° C en bak hierin de mosselkroketten, zo’n 5 min of tot ze mooi goudbruin zijn.