Om de kippendijen te ontbenen, leg je elke dij met de velzijde naar beneden op een plank en snijd je met een scherp mes langs beide kanten van de botten. Schuif het mes onder het bot en laat het langs de onderkant glijden om het hele stuk los te maken.
Leg de dijen gedurende 2 uur in een geschikte bak met zout. Was en droog het vlees voordat je het een nacht met de huid naar boven in een zak (of verpakt in huishoudfolie) bewaart.
Doe voor de kippendijen een klein beetje koolzaadolie in een grote koekenpan en zet op middelhoog vuur. Leg de dijen in de pan, met het vel naar beneden en bak ze in 4 min goudbruin.
Zet het vuur laag en draai de dijen om. Voeg de boter, tijm en knoflook toe en kook nog 1 min. Gebruik een lepel om de kip continu gedurende nog 2 min te bedruipen, haal dan van het vuur en houd warm. (Voor mijn kanjers van kippendijen volstond deze tijd geenszins. Ik liet de dijen zeker nog 20 min garen in de pan onder deksel).
Leg de dij, met de velzijde naar boven, onder een hete grill om het vel krokant te maken. Snijd de randen van de dij vierkant bij. Schik de dijen op borden met de morieljes, de velouté, de asperges en daslookbloemen. Serveer onmiddellijk