Nodig voor 8 stuks appelgebak van 14 cm diameter
1 rechthoekig vel bladerdeeg van 40 x 60 cm
150 g marsepein
8 Jonagold appelen
150 g water + dezelfde hoeveelheid abricotage
Werkwijze
Voor het bladerdeeg:
Verwarm de oven voor op 190° C conventioneel of op 170° C hetelucht. Gebruik bij voorkeur een ovensteen. Er komt zo meer hitte in de bodem van de taart, waardoor het deeg makkelijker en sneller gaart. De bodem wordt zo minder vochtig.
Rol het bladerdeeg uit de grootte van een bakplaat 40 x 60 cm, prik het deeg in, leg het op een vel bakpapier en laat het minimum een half uur rusten.
Leg een vel bakpapier op het deeg en hierop een rooster. Bak het bladerdeeg gedurende ca. 20 min tot het deeg er goudbruin uitziet, ook de onderkant.
Neem het rooster weg.
Portioneer het deeg door het licht in te drukken met een bakring van 14 cm diameter, maar snijd het deeg niet volledig door. Dit is om te vermijden dat de randen zwart zouden kleuren.
Voor de appelen:
Schil de appelen en verwijder het klokhuis met een appelboor.
Snijd de appelen middendoor. Snijd de appelhelften in dunne plakjes en houd de appelhelften samen.
Bestrooi ze met suiker en laat ze bij voorkeur een nacht in de frigo macereren. De appelen mogen bruin worden. In de oven doen ze dat toch…
Afwerking
Snijd de marsepein in dunne plakjes en leg die op de gebakken bladerdeegcirkels. Zorg ervoor dat de rand vrijblijft.
Schik de appelschijfjes er (dicht opeen) dakpansgewijs op. Werk van buiten naar binnen.
Bestrooi de appelschijfjes rijkelijk met bloemsuiker.
Schuif het appelgebak in de voorverwarmde oven (190° C conventioneel of 170° hetelucht) tot de appelen gaar zijn. Dit duurt ca. 30 à 40 min. Om te weten of je taart gaar is, prik je met een vork in de appelschijfjes. Die moeten helemaal zacht zijn.
Snijd nu pas het bladerdeeg volledig door.
Breng het water aan de kook met de abricotage en smeer de abricotage over de appeltjes met een penseel.
Bron: recept van Mevr. Inge Mersseman, lerares aan Hotelschool Spermalie in Brugge.