Dit dessertje had ik reeds op verschillende blogs (Carolines blog en Uit Pauline’s Keuken) zien voorbijkomen, telkens met dezelfde lovende commentaren. En uiteraard was het me ook al opgevallen, toen ik het boek Mijn favoriete desserts van Janneke Philippi reviewde. Dat zou dus het nagerecht worden op mijn verjaardagsetentje. En dat heb ik me niet beklaagd. Het was snel klaar en werd al even snel naar binnengewerkt door mijn gezelschap, ook al hadden ze toen al 2 maal soep en een copieus bord skrei op. Het mooiste compliment voor een kok zijn ‘uitgelikte’ borden, niet?
Na de bittere chocoladesouffleetjes is dit reeds het 2de bijzonder lekkere nagerecht dat ik uit Jannekes boek klaargemaakt heb. Geen 2 zonder 3, zeg ik dan. Wordt dus ongetwijfeld vervolgd…
Nodig voor 4 personen
2 citroenen
2 blaadjes gelatine
75 g suiker
3 el limoncello (citroenlikeur)
20 amaretti (harde Italiaanse bitterkoekjes)
250 g mascarpone
50 ml slagroom
Poedersuiker
Extra:
4 kookringen van 7 cm diameter
Bakpapier
Mixer
Werkwijze
Leg de kookringen op een met bakpapier bekleed plat bord. Bekleed ook de binnenkanten van de kookringen met een reep bakpapier. Boen 1 citroen schoon en rasp de gele schil eraf. Pers beide citroenen uit en meet 100 ml sap af. Week de gelatine 5 minuten in een kom met ruim koud water.
Breng de citroenrasp met het sap en de suiker in een steelpan tegen de kook. Roer tot de suiker is opgelost. Neem de pan van het vuur en voeg de citroenlikeur toe. Doop 16 amaretti één voor één in de warme citroensiroop en leg ze als taartbodem in de kookringen.
Verwarm de resterende citroensiroop opnieuw. Knijp de gelatine goed uit. Neem de pan van het vuur en los de gelatine al roerende op in de hete citroensiroop.
Klop met de mixer de mascarpone met de slagroom tot een dikke romige crème. Voeg de citroensiroop toe. Schep de citroencrème op de amaretti. Zet de tiramisù minstens 2 uur in de koelkast om op te stijven.
Zet de tiramisù op 4 borden. Verwijder de kookringen en het bakpapier. Garneer de taartjes met de laatste 4 amaretti en bestuif ze met poedersuiker.
Bron: recept uit Janneke Philippi’s Mijn favoriete desserts.