Sinds ik voor mijn huwelijksverjaardag ging bootjevaren in Yerseke en er als ontbijt kraakverse Zeeuwse bolussen kreeg voorgeschoteld, wilde ik die zelf maken. Al was het maar om mijn man te sussen die – ocharme – maar een ieniemienie stukje bolus had kunnen proeven. ‘Den duts’. 😉

Terug thuis ondernam ik meteen een zoektocht op het wereldwijde web naar hét recept voor Zeeuwse bolussen en kwam daarbij heel snel uit op de blog van Klein Stukje Dan. Myrthe was net zoals ik op zoek naar hét recept en ging niet 1, niet 2, niet 3, maar 4 keer aan de slag tot ze de perfecte Zeeuwse bolussen uit haar oven toverde. Och, ik heb mijn evenknie Piet Precies gevonden! Wel ‘hartstikke’ makkelijk voor mij, natuurlijk. Zo had ik al na 1 poging de mierzoete, plakkerige Zeeuwse bolussen zoals ik ze op de boot proefde. Ze zien er niet uit, lijken wel  hondendrollen, maar zijn hemels lekker! ?

 

 

Voor 12 Zeeuwse bolussen

210 ml handwarme melk
35 g ongezouten roomboter, op kamertemperatuur
1 klein ei op kamertemperatuur
350 g tarwebloem
1 zakje droge gist (7 g)
4 g zout
500 g donkere kandijsuiker
1 tl  kaneel
Stevige keukenmachine met deeghaken

 

Werkwijze

Verwarm melk en eventueel boter in de microgolfoven. Een ei uit de koelkast leg je even een paar minuutjes in een bakje met warm kraantjeswater.

Meng de bloem, het zout en de gist door elkaar in je mengkom. Maak daarin een kuiltje waarin je de melk en het ei schenkt. De boter snijd je in kleine stukjes en verdeel je over de bloemrand.

Mix op de zachtste stand tot de ingrediënten een beetje gemengd zijn en mix daarna op middelhoge stand ca. 8 min verder. (Kitchenaid stand 2 was bij mij voldoende). Het deeg is goed als het plakt als een post-it en je er voorzichtig een dun vliesje van kunt trekken.

Zet een bakje heet kraantjeswater onderin je oven (die uit is) en zet je beslagkom daarboven op je ovenrek voor 15 min.

Meng ondertussen de bruine suiker met de kaneel op een grote plaat of schaal van minimaal 35 cm breed.
Haal het deeg na de 15 min uit de oven en maak er 10 bolletjes van ca. 55 g van.

Rol de bolletjes 1 voor 1 door de suiker tot worstjes van 15 cm. Hoe meer suiker je eraan rolt hoe plakkeriger straks, dus doe je best. Ik wreef ze ook nog door mijn met suiker besmeurde handen.

Zet de rolletjes weer terug in de oven met daar onderin een nieuw bakje warm water. 15 min laten staan.

Rol de nu wat dikkere, nattige rolletjes opnieuw door de suiker tot strengen van ca 35 cm. Draai ze daarna op tot een bolus: het begin draai je om je duim en het geheel draai je niet te strak op zodat de bolus nog ruimte heeft om te rijzen. Het uiteinde vouw je onder de bolus.

Leg de bolussen op een met bakpapier beklede bakplaat en dek af met een vochtige theedoek. Laat rusten voor 45 min op een andere warme, liefst iets vochtige plek. Verwarm de heteluchtoven voor op 220° C.

Bak de bolussen 6 min met onderin je oven een bakje koud water. Dit zorgt voor stoom zodat je bolussen niet uitdrogen!

Keer ze daarna meteen om op een bord en laat ze afkoelen. Eventueel schep je wat natte suikerdrap van de schaal waarop je ze liet rijzen of je bakplaat over de bolussen.

Als de bolussen grotendeels zijn afgekoeld, dek je ze af met huishoudfolie. Ze zweten dan nog verder en worden nog plakkeriger.

 

 

Bron: het geteste en herteste recept komt van de blog Klein Stukje Dan (waar je ook stap-voor-stap foto’s vindt!)