De maand oktober is halfweg… en dat betekent dat het serieus begint te kriebelen bij mij om aan mijn eindejaarsmenu te beginnen. Het voorproeven vind ik het allerleukste! Da’s net zoals bij reizen: het kiezen van de bestemming, het snuisteren in reisgidsen op zoek naar pareltjes van plekjes, het smeden van de plannen,… het is bijna net zo leuk als de reis zelf. Wel, ik heb toegegeven aan mijn kriebels. Ziehier mijn eerste voorstel (en zeker niet het laatste!) voor een heel haalbaar hapje. Een verfijnde verrine blijft sowieso scoren aan de feesttafel en al zeker als je er een delicate coquille in doet. Oh ja, ik heb mij serieus moeten inhouden om mijn kerstdecoratie nog niet boven te halen voor de foto. 😉

 

 

Nodig voor 6 verrines

6 sint-jakobsoesters
2 middelgrote zoete aardappelen
2 mooie sneden peperkoek
40 g boter
15 cl melk
1 mespuntje noosmustkaat
Peper en zout

Extra:
Hittebestendige glaasjes (bv. van het merk Bodum, maar je kan ook doen zoals ik en je oude weckpotjes van confituur, foie gras,… gebruiken).

 

Werkwijze

Verkruimel de peperkoek en meng hem met een vork tot een puree door de kruimels in een pan met de helft van de boter op te warmen. Laat de massa lauw worden en zet ze daarna in de koelkast om een soort pasta te vormen.

Reinig de sint-jakobsoesters door de baard en de koraal eraf te halen (of vraag aan je visboer om dit voor jou te doen).

Spoel de zoete aardappelen en kook ze in water gedurende 15 min. Laat ze lauw worden en verwijder de schil. Verwarm de oven voor op 190° C.

Maak van de aardappelen een puree met een vork of de groentenmolen, voeg vervolgens de melk, de rest van de boter, de nootmuskaat en de peper en het zout toe. Meng goed.

Lepel een bodempje puree op de bodem van de glaasjes, schik hierop 1 sint-jakobsoester en vervolgens een lepeltje van de peperkoekpasta. Schuif de glaasjes in de oven voor 10 min en serveer ze warm of lauw.

 

Bron: recept uit het boekje Carrément cuisine : 100 recettes de verrines.